Rechtbank Rotterdam oordeelt dat de gemeente ondanks aangetekende verzending toch niet aannemelijk heeft gemaakt dat de uitspraak op bezwaar aan X verzonden is.

X stelt beroep in wegens niet tijdig beslissen door de gemeente. De heffingsambtenaar stelt dat de uitspraak op bezwaar tijdig aangetekend is verzonden naar de gemachtigde van X.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat de gemeente ondanks aangetekende verzending toch niet aannemelijk heeft gemaakt dat de uitspraak op bezwaar aan X verzonden is. Volgens verzendbewijzen van PostNL zijn er op 15 januari 2019 drie aangetekende brieven naar de gemachtigde van X verzonden. Hieruit volgt echter niet dat ook de bestreden uitspraak op bezwaar tussen die aangetekende brieven zat. Dit volgt ook niet uit de door de heffingsambtenaar overgelegde schermafdrukken. De rechtbank oordeelt dat X terecht beroep wegens niet tijdig beslissen ingesteld. Omdat X hangende het beroep bekend is geworden met de uitspraak op bezwaar, heeft X geen belang meer bij een uitspraak op het beroep wegens niet tijdig beslissen. Het beroep is niet-ontvankelijk, maar X krijgt wel een proceskostenvergoeding van € 656,25 en een dwangsom van € 1.260. Inhoudelijk oordeelt de rechtbank dat de heffingsambtenaar de hoorplicht niet heeft geschonden en de WOZ-waarde niet te hoog heeft vastgesteld.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 7:3

Algemene wet bestuursrecht 6:12

Algemene wet bestuursrecht 4:17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Rechtbank Rotterdam

Editie: 23 januari

138

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen