Belanghebbende, X, laat bezwaar maken tegen een WOZ-beschikking van de gemeente Westland. Het bezwaar luidt als volgt: “Tevens dienen wij pro-forma bezwaar in tegen de door u bij beschikking vastgestelde waarde van voorgemeld object. De reden hiervoor is dat de hoogte van de WOZ-waarde incorrect is vastgesteld. Wij betwisten hierbij dan ook de juistheid van de vastgestelde waarde. De redenen zullen later worden aangevuld op basis van onder meer het nog te ontvangen taxatieverslag en de nog te ontvangen informatie uit onderstaande verzoeken om extra informatie.” In geschil is of de heffingsambtenaar dit bezwaar, dat later niet is aangevuld, terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat de gemeente het bezwaar van X terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard wegens het ontbreken van een motivering. Zowel de gemachtigde als X had na ontvangst van de WOZ-beschikking het taxatieverslag op internet kunnen raadplegen. Verder heeft de heffingsambtenaar het taxatieverslag toegezonden met de vraag aan X om het pro forma bezwaar te motiveren. Hoewel X en de gemachtigde op de hoogte waren van de onderbouwing van de WOZ-beschikking hebben zij het pro forma bezwaar niet gemotiveerd. De heffingsambtenaar heeft het bezwaar terecht niet-ontvankelijk verklaard. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 6:5