Staatssecretaris Vijlbrief van Financiën zet aan de Commissie Financiën van de Tweede Kamer nog eens de fiscale regels uiteen die gelden voor een in Duitsland wonende belastingplichtige die thuis werkt voor een Nederlandse werkgever.

Voor de coronacrisis gold op grond van de hoofdregel van het belastingverdrag dat de inkomsten uit dienstbetrekking worden toegewezen aan de woonstaat van de werknemer, tenzij de dienstbetrekking wordt uitgeoefend in de andere verdragsstaat. Op grond hiervan geldt dat een werknemer die zijn werkzaamheden (deels) vanuit huis verricht in zijn woonstaat wordt belast voor de dagen dat de werknemer thuiswerkt. Gedurende de coronacrisis hebben Nederland en Duitsland tijdelijke afspraken gemaakt die zijn vastgelegd in de thuiswerkovereenkomst. Hierdoor mogen (onder voorwaarden) dagen waarop wordt thuisgewerkt als gevolg van de coronamaatregelen worden behandeld als dagen gewerkt in het land waar onder normale omstandigheden zou zijn gewerkt. De thuiswerkovereenkomst met Duitsland loopt tot en met september 2021 en wordt mogelijk verlengd. Wanneer de thuiswerkovereenkomst eindigt gelden de normale verdragsregels ter voorkoming van dubbele belastingheffing. Dat betekent dat als een grensarbeider duurzaam thuis blijft werken het heffingsrecht over inkomsten die zijn toe te wijzen aan de thuiswerkdagen, toekomt aan de woonstaat.

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingrecht algemeen, Internationaal belastingrecht

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 1 september

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen