Belanghebbende, X, komt in bezwaar en beroep tegen een aanslag inkomensafhankelijke bijdrage zorgverzekeringswet 2013. In hoger beroep is alleen de proceskostenvergoeding nog in geschil.
Hof Amsterdam ziet alleen bij bijzondere omstandigheden ruimte om binnen dezelfde fase van het geding een verschillende wegingsfactor toe te kennen voor het beroepschrift en de zitting. Die bijzondere omstandigheden doen zich hier echter niet voor. De inspecteur bepleit derhalve tevergeefs een wegingsfactor van 1 voor het beroepschrift en vervolgens 0,5 voor de zitting. Verder oordeelt het hof dat de rechtbank de onderhavige procedure over de aanslag zorgverzekeringswet 2013 en de zaak over de aanslag IB/PVV 2013 ten onrechte reeds in de bezwaarfase als samenhangend heeft aangemerkt. Het dossier bevat volgens het hof onvoldoende informatie over de zaak betreffende de aanslag IB/PVV om al voor de bezwaarfase tot samenhang te kunnen concluderen. Verder heeft de rechtbank een te laag bedrag per punt gehanteerd. Het hof stemt wel in met de door de rechtbank gehanteerde wegingsfactoren van 1 voor de bezwaarfase en 0,5 voor de fase van beroep. Het hof verklaart het hoger beroep van X gegrond en verhoogt de proceskostenvergoeding.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:75
Algemene wet bestuursrecht 7:15