De Hoge Raad oordeelt dat de heffing van griffierechten niet in strijd is met het Unierechtelijk doeltreffendheidsbeginsel.

X komt in cassatieberoep tegen een uitspraak van Hof Den Haag in een BPM-procedure. In cassatie stelt X dat de heffing van griffierechten in strijd is met het Unierechtelijk doeltreffendheidsbeginsel.

De Hoge Raad oordeelt dat de heffing van griffierechten niet in strijd is met het Unierechtelijk doeltreffendheidsbeginsel. Volgens het door X aangehaalde arrest Kantarev (C-571/16, ECLI:EU:C:2018:807) moet worden beoordeeld of de hoogte van het griffierecht een onoverkomelijk obstakel is voor de toegang tot de rechter en of er ontheffingsmogelijkheden bestaan. Het is niet voor redelijke twijfel vatbaar dat de Nederlandse regeling van griffierecht met de mogelijkheid om een beroep te doen op betalingsonmacht, voldoet aan het in het arrest Kantarev bedoelde Unierechtelijke doeltreffendheidsbeginsel. X heeft de griffierechten betaald en heeft geen beroep gedaan op betalingsonmacht. De griffierechten zijn niet in strijd met het Unierecht geheven. Het cassatieberoep is wel gegrond omdat X een pleitbaar standpunt heeft over de in aanmerking te nemen waardevermindering van de uit een andere lidstaat afkomstige, gebruikte kampeerauto. De Hoge Raad doet de zaak zelf af en vernietigt de boetebeschikking.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67c

Algemene wet bestuursrecht 8:41

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 14 oktober

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen