De Hoge Raad oordeelt dat het heffen van kansspelbelasting over het positieve verschil tussen de in een kalendermaand gewonnen prijzen, en de in die kalendermaand gedane inzetten, bij in andere lidstaten van de EU gevestigde aanbieders van internetpoker, een schending van art. 56 VWEU oplevert. De Hoge Raad verwijst de procedure naar Hof Amsterdam.

X woont in Nederland en neemt in 2009 deel aan pokerspelen via internet en aan een live pokertoernooi in Frankrijk. Ter zake van de daarmee behaalde prijzen legt de Belastingdienst aan X naheffingsaanslagen kansspelbelasting. Hof Den Haag oordeelt dat de hogere belastingdruk voor buitenlandse binnen de EU gevestigde internetkansspelen een belemmering vormt van het vrije dienstenverkeer. Volgens het hof wordt het spelen van een buitenlands kansspel namelijk minder toegankelijk gemaakt voor in Nederland wonende spelers, omdat zij zelf worden belast naar in feite een hoger bedrag dan het geval is bij een binnenlands kansspel. In vergelijking met een binnenlandse organisator kunnen zij namelijk minder inzet verrekenen. Verder stelt het hof vast dat X over de in Frankrijk behaalde prijs kansspelbelasting is verschuldigd. Hiervoor geldt volgens het hof dan wel dat er sprake is van een belemmering van het vrije verkeer van diensten, maar dat deze belemmering slechts door wetgeving kan worden weggenomen. Voor de belastingheffing over prijzen behaald bij de internetspelen kan X volgens het Hof geen beroep doen op het vrije verkeer van diensten, omdat geen van de organisatoren van de pokerspelen waaraan X deelnam in de EU is gevestigd.

De Hoge Raad oordeelt dat het heffen van kansspelbelasting over het positieve verschil tussen de in een kalendermaand gewonnen prijzen, en de in die kalendermaand gedane inzetten, bij in andere lidstaten van de EU gevestigde aanbieders van internetpoker, een schending van art. 56 VWEU oplevert. De Hoge Raad overweegt daarbij dat Everest Poker, één van de organisatoren van een kansspel waaraan X via internet heeft deelgenomen, in de EU is gevestigd en X zich dan ook op art. 56 VWEU kan beroepen. Ten aanzien van de in Frankrijk gewonnen prijs wordt, onder verwijzing naar het arrest van de Hoge Raad van 11 juli 2014, nr. 12/05519 (BNB 2014/221), vastgesteld dat hierover ten onrechte kansspelbelasting is geheven. De Hoge Raad verwijst de procedure vervolgens naar Hof Amsterdam. Dit hof moet uitzoeken hoe de belastingheffing moet verlopen.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 56

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Kansspelbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 2 maart

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen