Hof Amsterdam oordeelt in hoger beroep dat de herstelkosten van de schade geen één-op-één-relatie hebben met de handelsinkoopwaarde van de auto in beschadigde staat. De praktijkervaring van de hertaxateur dat in de autohandel circa 60 tot 65% van de gecalculeerde schade tot een daadwerkelijke waardevermindering van de auto leidt, is aannemelijk.

De heer X doet in april 2013 BPM-aangifte voor een Chevrolet Camaro uit 2010. Volgens X is de inkoopwaarde (koerslijst) € 19.787. Na aftrek van de gecalculeerde schade van € 12.313 resteert een inkoopwaarde € 7.474 met € 2.893 als te betalen BPM. De inspecteur heeft de auto vervolgens laten hertaxeren. Het hertaxatierapport gaat uit van een handelswaarde met schade van € 15.000. In geschil is de naheffingsaanslag van € 2.720. Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de inkoopwaarde/handelswaarde met schade € 13.020 is. X gaat in hoger beroep.

Hof Amsterdam oordeelt dat de herstelkosten van de schade geen één-op-één-relatie hebben met de handelsinkoopwaarde van de auto in beschadigde staat. De praktijkervaring van de hertaxateur dat in de autohandel circa 60 tot 65% van de gecalculeerde schade tot een daadwerkelijke waardevermindering van de auto leidt, is aannemelijk. De schadecalculatie van X is niet aannemelijk. Deze gaat namelijk uit van herstel van de drie jaar oude auto met gebruikssporen tot (bijna) nieuwstaat. Dit is onredelijk als methode voor  waardebepaling. Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 10

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 14 maart

8

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen