Belanghebbende, X, heeft beroep ingesteld tegen de WOZ-waarde 2010 van zijn woning. Op 28 december 2010 wijst Rechtbank 's-Gravenhage zijn beroep af. Het afschrift van de uitspraak van de rechtbank wordt naar X verzonden op 26 januari 2011. X stelt hoger beroep in tegen deze uitspraak. De enveloppe van het beroepschrift is voorzien van een poststempel gedateerd 14 maart 2011. In geschil is de ontvankelijkheid van het hoger beroep.
Hof 's-Gravenhage verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk omdat X niet aannemelijk maakt dat hij het hoger beroep voor het einde van de termijn op 9 maart 2011 per post heeft verzonden. X voert ter zitting aan dat het weliswaar te lang geleden is om zich dit met zekerheid te kunnen herinneren, maar dat hij ervan overtuigd is dat hij het hoger beroepschrift vóór het verstrijken van de termijn op de post heeft gedaan. De heffingsambtenaar heeft de juistheid van de verklaring van X bij gebrek aan wetenschap en onder verwijzing naar de datum van het poststempel bestreden. Het ligt dan op de weg van X zijn verklaring te staven. X heeft verklaard hiertoe niet in staat te zijn. Onder deze omstandigheden moet worden geoordeeld dat het hoger beroep niet tijdig is ingediend. Omstandigheden op grond waarvan aannemelijk zou kunnen zijn dat het beroep verschoonbaar te laat is ingediend zijn gesteld noch gebleken. Het hoger beroep is niet-ontvankelijk.