X vof voert een gebruikte auto in en doet hiervoor op 1 april 2009 bpm-aangifte. X stelt naderhand dat de bpm-heffing vanaf 1 januari 2009 discriminerend is, omdat gebruikte voertuigen die vanaf 1 januari 2009 worden ingevoerd aan een hogere CO2-toeslag worden onderworpen in vergelijking met auto's die vóór deze datum in het binnenland zijn geregistreerd.
Rechtbank Haarlem oordeelt dat de bpm terecht is berekend op basis van de in 2009 geldende wettelijke bepalingen en dat de uitkomst daarvan in de bezwaarfase terecht is "afgetopt". Deze aftopping vindt plaats op basis van het tarief van 2008, conform het huidige art. 10b Wet BPM 1992. Aldus is de door X vof ingevoerde auto niet onderworpen aan een hogere bpm dan die nog rust op de waarde van gelijksoortige reeds op het nationale grondgebied geregistreerde auto's. Er is geen rechtsregel die vereist dat hierbij onderscheid wordt gemaakt naar de samenstelling van het bpm-bedrag. Het beroep van X vof is ongegrond
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen
Instantie: Rechtbank Haarlem