Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de heffingsambtenaar de IBA van X terecht aanslaat als bedrijfsruimte voor de verontreinigingsheffing. Dat de IBA gebruikt wordt voor een woning doet hier niet aan af.
X is eigenaar van een woning. Om afvalwater te zuiveren maakt de woning gebruik van een individueel behandelingssysteem afvalwater type 3B (IBA). De IBA zorgt ervoor dat het water voor 94% gezuiverd wordt, waardoor licht vervuild water wordt geloosd in het oppervlaktewater. De heffingsambtenaar legt een aanslag verontreinigingsheffing bedrijfsruimte op. Hij merkt de IBA aan als een bedrijfsruimte. X stelt dat de IBA onderdeel uitmaakt van de woning dan wel een zuiveringtechnisch werk is.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de heffingsambtenaar de IBA van X terecht aanslaat als bedrijfsruimte voor de verontreinigingsheffing. De definitie woonruimte voor de Wvo is gelijk aan die van de Waterwet. De wetsgeschiedenis van de Wvo is daarom bruikbaar voor de toetsing of de IBA onder het begrip woonruimte valt. Het Hof is in het licht van die wetsgeschiedenis van oordeel dat een IBA niet een voor bewoning essentiële voorziening is. Dat de IBA een functie vervult bij de afvoer van afvalwater uit de woning, is hierbij niet relevant. De IBA is in eigen beheer, zodat van een zuiveringtechnisch werk evenmin sprake is. De aanslag verontreinigingsheffing bedrijfsruimte is terecht opgelegd.
Wetsartikelen: