Hof ‘s-Hertogenbosch oordeelt dat de berekening van de algemene heffingskorting niet in strijd is met het belastingverdrag met België en dat het verdrag geen regels bevat over de verdeling van het recht om premies te heffen.

X is woonachtig in België en wordt in Nederland aangemerkt als kwalificerende buitenlands belastingplichtige. In het jaar 2017 heeft zij een gering bedrag aan pensioeninkomen uit Nederland ontvangen. In de definitieve aanslag inkomstenbelasting 2017 betrekt de inspecteur het pensioeninkomen in de afbouw van de algemene heffingskorting. X is van mening dat, gezien het feit dat het pensioeninkomen aan België ter heffing is toegewezen, deze afbouw in strijd is met het belastingverdrag met België.

Hof ‘s-Hertogenbosch oordeelt in navolging van de rechtbank dat de berekening van de algemene heffingskorting niet in strijd is met het belastingverdrag met België. Het verdrag bepaalt slechts welke inkomensbestanddelen door de landen in de grondslag mogen worden betrokken. De algemene heffingskorting vormt een onderdeel van de tariefstructuur en valt niet onder de toepassing van het verdrag. Ook bevat het verdrag geen regels over de verdeling van het recht om premies te heffen. Het hoger beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 8.9a

Wet inkomstenbelasting 2001 8.9

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 13 juli

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen