Rechtbank Den Haag oordeelt dat de informatiebeschikking die de inspecteur heeft opgelegd inzake de fiscale woonplaats van een belastingadviseur in stand kan blijven. 

Belanghebbende, X, is belastingadviseur. Per 22 oktober 2008 schrijft X zich uit  de gemeentelijke basisadministratie uit en geeft hij daarbij aan te emigreren naar het buitenland. In 2014 stelt de inspecteur vragen aan X over diens fiscale woonplaats. Wanneer X weigert nadere informatie te verstrekken, legt de inspecteur de thans in geschil zijnde informatiebeschikking op aan X.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat de informatiebeschikking die de inspecteur heeft opgelegd inzake de fiscale woonplaats van belastingadviseur X in stand kan blijven. De inspecteur kon zich in redelijkheid op het standpunt stellen dat de door hem gevraagde informatie voor de belastingheffing van X voor de jaren 2008 t/m 2013 van belang kon zijn, omdat die informatie opheldering zou kunnen geven over de vraag of X in die jaren in Nederland binnenlands of buitenlands belastingplichtig was (vgl. HR 18 april 2003, nr. 38.122, V-N 2003/22.8). Nu X diverse vragen onvoldoende heeft beantwoord, is de informatiebeschikking terecht.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 52a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 28 juli

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen