Belanghebbenden, het echtpaar C en D, komen in beroep tegen door de inspecteur afgegeven informatiebeschikkingen. Volgens het echtpaar heeft de inspecteur met het vaststellen van de informatiebeschikkingen gehandeld in strijd met het evenredigheidsbeginsel. Dit omdat de relevantie van de ontbrekende informatie niet de sanctie van de omkering van de bewijslast rechtvaardigt. Rechtbank Zeeland-West-Brabant is het niet met het echtpaar eens. Vast is komen te staan dat het echtpaar niet alle door de inspecteur gevraagde informatie heeft overgelegd. De inspecteur heeft aannemelijk gemaakt dat de niet overgelegde informatie van belang kan zijn voor de belastingheffing en dat het echtpaar bovendien niet alle van hen te verwachten inspanningen heeft verricht om de gevraagde informatie te achterhalen. De informatiebeschikkingen zijn daarom terecht opgelegd. Of het niet verstrekken van de gevraagde informatie de sanctie van omkering en verzwaring van de bewijslast rechtvaardigt, kan niet in de procedure tegen de informatiebeschikkingen aan de orde komen, maar dient te worden beoordeeld in een eventuele procedure tegen de (navorderings-)aanslagen. De rechtbank kent het echtpaar wel een immateriële schadevergoeding toe voor de overschrijding van de redelijke termijn in de bezwaarfase.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:75
Algemene wet inzake rijksbelastingen 52a
Algemene wet inzake rijksbelastingen 47
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 18 mei