Brief Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, 22 april 2015, nr. 2015-0000115548
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft geantwoord op vragen van de Tweede Kamerleden Van Nispen, Siderius, Heerma en Omtzigt over de gevolgen van de Wet hervorming kindregelingen voor kinderalimentatie. Met de invoering van de Wet hervorming kindregelingen (WHK) is beoogd het stelsel van kindregelingen te hervormen en te versoberen. Vanwege de invloed van de kindregelingen op het inkomen van de ouders heeft de WHK ook gevolgen voor de vaststelling van kinderalimentatie.
Als gevolg van de introductie van de WHK hebben de volgende aanpassingen plaatsgevonden: - Afschaffing alleenstaande-ouderaanvulling in minimumuitkeringen - Afschaffing uitgaven voor levensonderhoud van kinderen (LOK) - Afschaffing alleenstaande-ouderkorting - Introductie alleenstaande-ouderkop in het kindgebonden budget - Verhoging reguliere bedragen eerste en tweede kind kindgebonden budget - Verlaging afbouwgrens kindgebonden budget - Verlaging afbouwpercentage kindgebonden budget
Volgens de minister heeft van de genoemde aanpassingen de introductie van de alleenstaande-ouderkop, die de alleenstaande-ouderkorting en de alleenstaande-ouderaanvulling in de minimumuitkeringen vervangt, de grootste invloed op de vaststelling van de kinderalimentatie.
De minister stelt dat uit berekeningen blijkt dat door de overgang van het stelsel 2014 naar het stelsel 2015 de bijdrage van de ouders aanmerkelijk daalt zodat er een lagere kinderalimentatieverplichting voor de niet-verzorgende ouder is. Indien er minder kinderalimentatie verschuldigd is kan een eventueel surplus aan draagkracht worden aangewend voor (meer) partneralimentatie. Dat bedrag kan de gemeente dan verrekenen met de te betalen bijstand dan wel verhalen op de ex-partner.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Regelgevende instantie: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Editie: 18 mei