Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het de inspecteur niet vrijstaat om ter zitting een ander standpunt in te nemen dan hij uitdrukkelijk en gemotiveerd in het verweerschrift heeft ingenomen. 

De inspecteur legt aan belanghebbende, X, over de jaren 2008 t/m 2010 navorderingsaanslagen IB/PVV op met vergrijpboeten.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het de inspecteur niet vrijstaat om ter zitting een ander standpunt in te nemen dan hij uitdrukkelijk en gemotiveerd in het verweerschrift heeft ingenomen. Omdat de inspecteur van oordeel is dat ter zake van het corrigeren van het feit dat tweemaal aftrek eigen woning is toegekend een nieuw feit ontbreekt voor belastingjaar 2008, heeft hij in het verweerschrift geconcludeerd tot gegrondverklaring van het beroep. De inspecteur stelt in het verweerschrift dat het belastbaar inkomen uit werk en woning en het premie-inkomen zoals deze inkomens zijn vastgesteld bij de navorderingsaanslag, elk moeten worden verminderd met € 9831. Ter zitting is de inspecteur op deze stelling teruggekomen door te stellen dat hij over het hoofd had gezien dat een primitieve aanslag uitgaande van eenmaal de aftrek eigen woning door toedoen van heffingskortingen, in een nihilaanslag resulteert. Ter zitting pleit hij daarom weer voor ongegrondverklaring. De rechtbank acht deze switch niet mogelijk. De navordering van belasting en premies over een bedrag van € 9831 is door de inspecteur in zijn verweerschrift namelijk expliciet prijsgegeven. Voor het overige handhaaft de rechtbank de met toepassing van omkering van de bewijslast opgelegde navorderingsaanslagen. De boeten worden conform het standpunt van de inspecteur verminderd naar € 500 in verband met de financiële omstandigheden van X.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 18 mei

7

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen