Het Tweede Kamerlid Van der Steur (VVD) heeft zijn wetsvoorstel Wet bevordering van mediation in het burgerlijk recht gewijzigd naar aanleiding van een advies van de Raad van State. Het wetsvoorstel is onderdeel van drie wetsvoorstellen die bij de Tweede Kamer zijn ingediend en die zijn gericht op de wettelijke inbedding en verankering van mediation. Deze drie afzonderlijke wetsvoorstellen zijn: de Wet registermediator, de Wet bevordering van mediation in het burgerlijk recht en de Wet bevordering van mediation in het bestuursrecht.

Kamerstukken II 2013/14, 33723, nr. 4-6  

Volgens de Raad van State leiden de wetsvoorstellen tot een aanzienlijke juridisering en soms tot onnodige vertraging en substantiële kostenverhoging. De voorstellen dreigen hun doel voorbij te schieten. De Raad adviseert de wetsvoorstellen te heroverwegen. Volgens het wetvoorstel Wet bevordering van mediation in het burgerlijk recht worden in het Burgerlijk Wetboek (BW) en het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) enkele wijzigingen opgenomen die beogen in de privaatrechtelijke sfeer de positie van mediation als logisch alternatief voor de traditionele rechtspraak te verankeren en te versterken. Daartoe wordt allereerst de mediationovereenkomst in Boek 7 BW vastgelegd als een species van de overeenkomst van opdracht. Dit artikel regelt onder meer de vertrouwelijkheid van de mediation, alsmede op welke wijze een mediationovereenkomst tot stand komt en wordt beëindigd. In Rv wordt geregeld dat het inleidende processtuk (de dagvaarding of het verzoekschrift) een mededeling bevat dat mediation beproefd is en, indien ervoor gekozen is om geen mediation toe te passen, waarom dat het geval is. De rechter kan indien naar zijn oordeel ten onrechte niet overwogen is om mediation toe te passen, de zaak aanhouden.  

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Regelgevende instantie: Ministerie van Veiligheid en Justitie

Editie: 16 juni

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen