Belanghebbende, X nv, is een naar Antilliaans recht opgerichte beleggingsvennootschap. De heer A bezit 85% van de aandelen en zijn kinderen de resterende 15%. A woont sinds 1994 in België. Naar aanleiding van een FIOD-onderzoek bij een instelling voor financiële dienstverlening ontvangt de inspecteur allerlei bescheiden die hem op het standpunt stellen dat X nv mogelijk belastingplichtig is in Nederland. De inspecteur verzoekt X nv herhaaldelijk om het overleggen van de administratie. Op 24 juli 2012 verzoekt de inspecteur X nv nogmaals om de volledige administratie over te leggen. Op 31 oktober 2012 geeft de inspecteur de in geschil zijnde informatiebeschikkingen af. In geschil is of deze terecht zijn vastgesteld. De rechtbank verklaart het beroep van X nv gegrond en vernietigt de informatiebeschikkingen. De inspecteur komt in hoger beroep. Volgens Hof ‘s-Hertogenbosch zijn de aanwijzingen die de inspecteur voor de Nederlandse belastingplicht heeft, dusdanig beperkt dat het verder vragen van inlichtingen een "fishing expedition" wordt. Dit zou in strijd zijn met de strekking van art. 47 AWR. De aanwijzingen dat de feitelijke leiding van X nv mogelijk in Nederland zou kunnen zijn gelegen, dan wel dat X nv een vaste inrichting in Nederland heeft, zijn te mager. De informatiebeschikkingen worden vernietigd. De Staatssecretaris van Financiën komt in cassatie. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie gegrond en verwijst naar Hof Arnhem-Leeuwarden ter beoordeling of sprake is van een 'fishing expedition'.

Volgens Verwijzingshof Arnhem-Leeuwarden moet de vraag beantwoord worden of voor X nv op grond van artikel 47 AWR een verplichting bestaat om aan de inspecteur de gevraagde gegevens en inlichtingen te verstrekken en/of boeken, bescheiden en andere gegevensdragers beschikbaar te stellen. Zoals in het verwijzingsarrest is geoordeeld, is het voor het antwoord op deze vraag voldoende dat de inspecteur zich, gelet op de hem ter beschikking staande gegevens, in redelijkheid op het standpunt kan stellen dat de door hem gevraagde informatie van belang kan zijn om opheldering te krijgen over de vraag of X nv in Nederland belastingplichtig is. Gelet op de inhoud van de door de inspecteur overgelegde stukken kunnen er twijfels bestaan over het antwoord op de vraag waar de werkelijke leiding van X nv zich bevindt. Hierdoor heeft de inspecteur zich in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat de alle door hem gevraagde gegevens, inlichtingen, boeken, bescheiden en/of andere gegevensdragers van belang kunnen zijn om opheldering te krijgen over de vraag of X nv in Nederland belastingplichtig is. Het hoger beroep is gegrond.

Lees ook het thema Informatiebeschikking: stand van zaken.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 47

Algemene wet inzake rijksbelastingen 52a