Belanghebbende, X, is het niet eens met de aan hem opgelegde IB-aanslag 2005. Op 16 december 2009 wordt X gehoord door B van Belastingdienst Haaglanden. Bij dit hoorgesprek is tevens A, van kantoor Heerlen, aanwezig. X stelt dat hij niet op de juiste wijze is gehoord.
Rechtbank Zeeland - West-Brabant oordeelt dat X niet op de juiste wijze is gehoord. De rechtbank overweegt daarbij dat A, die bij de voorbereiding van het bestreden besluit betrokken is geweest, ook aanwezig was bij het hoorgesprek. Volgens de rechtbank is dan niet voldaan aan het bepaalde in art. 7:5 lid 1 onderdeel b Awb. Hieraan doet volgens de rechtbank niet af dat X toestemming heeft gegeven voor de aanwezigheid van A bij de hoorzitting. Verder stelt de rechtbank nog vast dat X, door de gang van zaken bij het hoorgesprek en de gebrekkige vastlegging daarvan, geschaad is in zijn belangen. De rechtbank verwijst de zaak terug naar de inspecteur om X te horen.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 7:5
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 2 september