Uit een onderzoek van Q bv blijkt dat bij belanghebbende (X bv) stevig moet worden ingegrepen om het tij te keren. Uiteindelijk dragen de aandeelhouders de aandelen in belanghebbende voor € 1 over aan R bv. Hierbij schelden de dga's hun vordering op belanghebbende kwijt. In de Vpb-aangifte over het jaar 2005 voert belanghebbende € 606.732 aan bijzondere baten op. Dit bedrag wordt vermeld als "overige vrijgestelde bestanddelen". De inspecteur corrigeert deze post. Onder andere is in geschil of de kwijtschelding van een door de voormalige dga's aan belanghebbende verstrekte lening van € 54.454 belast is.
Hof Leeuwarden oordeelt dat de dga's bij het verstrekken van de lening in 1998 uit aandeelhoudersmotieven een onzakelijk debiteurenrisico hebben aanvaard. Dit houdt volgens het hof in dat een afwaardering van de vordering bij de geldverstrekker in de kapitaalsfeer plaatsvindt. Volgens het hof betekent dit dat het voordeel dat belanghebbende ter zake van de kwijtschelding van de vordering geniet, dan ook plaatsvindt in de kapitaalsfeer. De inspecteur heeft de correctie ter zake van deze lening dan ook ten onrechte doorgevoerd. Verder is het hof van mening dat de verstrekking van de lening moet worden aangemerkt als een informele kapitaalstorting en leidt de kwijtschelding niet tot een bij belanghebbedne belaste bate. Het gelijk is aan belanghebbende.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Vennootschapsbelasting
Instantie: Hof Leeuwarden