Belanghebbende, de heer X, is bestuurder van een holding. Deze holding is bestuurder en enig aandeelhouder van B bv. B bv fungeert als de werk-bv. De aansprakelijkstelling van X voor de belastingschulden van B bv is vernietigd, aangezien de ontvanger op de hoogte was van de betalingsproblemen van B bv. In geschil is of X door de ontvanger terecht aansprakelijk is gesteld voor de belastingschulden van de holding. Rechtbank Haarlem oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat de ontvanger destijds ook op de hoogte was van de betalingsproblemen van de holding. Het beroep van X is slechts gegrond omdat de ontvanger concludeert tot vermindering van de aansprakelijkstelling tot € 40.589. X gaat in hoger beroep. Hof Amsterdam oordeelt dat de ontvanger eind oktober 2008 al op de hoogte was van de betalingsonmacht van de holding. Dit blijkt namelijk uit zijn mededelingen bij de rechtbank over een mogelijk compromis. X stelt vergeefs dat de betalingsonmacht automatisch voorvloeit uit het niet tijdig betalen van naheffingsaanslagen. De ontvanger was dus niet eerder dan 28 oktober 2008 op de hoogte van de betalingsonmacht. De meldingsplicht van de holding is per deze datum vervallen en X kan niet aansprakelijk worden gesteld voor tijdvakken waarvan de betalingsonmacht nog rechtsgeldig kon worden gemeld. De aansprakelijkstelling wordt verminderd tot € 30.328. Het beroep van X is deels gegrond.
Wetsartikelen: