Hof Den Haag oordeelt in hoger beroep dat de stukken van het derdenonderzoek tardief zijn, aangezien de inspecteur door eigen schuld niet in staat was om deze eerder aan te leveren. Zo was hij eerst nog niet bekend met het feit dat notarissen stukken 20 jaar moeten bewaren en is het onderzoek ook daarna onnodig vertraagd.

De heer X is secretaris-penningmeester van een stichting die in 1993 door zijn moeder is opgericht. De stichting heeft als doel het bevorderen van het moderne taalonderwijs en de interculturele en intersociale uitwisseling van Nederland en België met volkeren uit de overige landen van Europa. Begin 2017 krijgt de inspecteur informatie uit Zwitserland over een UBS-rekening van de – in 2013 overleden – moeder, een en/of-rekening bij UBS ten name van de moeder en X, alsmede het openingsformulier van een en/of-rekening bij UBS ten name van X en zijn zoon. Aan X is geen IB-aangiftebiljet over 2012 uitgereikt. In geschil is de ter behoud van rechten opgelegde aanslag, waarbij onder meer het vermogen van de stichting (€ 773.841) aan hem is toegerekend. Volgens Rechtbank Den Haag kan het vermogen van de stichting niet op grond van het leerstuk van fiscale transparantie tot zijn vermogen worden gerekend. De inspecteur maakt niet aannemelijk dat geen sprake is van een onafhankelijk bestuur. De aanslag is wel terecht met betrekking tot de rekening waartoe X mede is gerechtigd, met dien verstande dat 50% (€ 152.500) aan zijn echtgenote wordt toegerekend. De ´afrondingscorrectie´ van € 100.000 voor mogelijk nog andere buitenlandse bankrekeningen moet komen te vervallen. De inspecteur wil in hoger beroep op de (tweede) zitting alsnog de resultaten van een derdenonderzoek overleggen.

Hof Den Haag oordeelt dat deze stukken tardief zijn, aangezien de inspecteur door eigen schuld niet in staat was om deze eerder aan te leveren. Zo was hij eerst nog niet bekend met het feit dat notarissen stukken 20 jaar moeten bewaren en is het onderzoek ook daarna onnodig vertraagd. Het vermogen van de stichting is geen afgezonderd particulier vermogen. De inspecteur stelt daartoe vergeefs dat de stichting alleen panden koopt om deze te verhuren aan X en zijn familie. Er zijn namelijk geen stukken overgelegd waaruit blijkt dat dit belang c.q deze activiteit relatief meer dan bijkomstig is en dat X zelf vermogensbestanddelen in de stichting heeft ingebracht. De uitspraak van de rechtbank wordt ook voor het overige bevestigd. Het beroep van de inspecteur is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 2.14a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Den Haag

Editie: 10 januari

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen