Belanghebbende, X bv, houdt 1/6e deel van de certificaten in F bv. In mei 2008 verkopen de zes certificaathouders ieder 1/8e deel van de certificaten aan H bv, en 1/8
Rechtbank Gelderland oordeelt dat X bv haar vordering kan afwaarderen. De rechtbank overweegt daarbij dat in mei 2008 meerdere overeenkomsten tot stand zijn gekomen, een overeenkomst betreffende de koop en verkoop van de certificaten tegen een vastgestelde koopprijs, en een overeenkomst van geldlening met (onder andere) X bv als schuldeiser en H bv en I bv als schuldenaars. Verder wijst de rechtbank er op dat de kwijtscheldingsbepaling onderdeel uitmaakt van de leningsovereenkomst, en niet van de overeenkomst betreffende de koop en verkoop van de certificaten. Volgens de rechtbank stond de koopprijs dan ook vast en heeft deze tot het moment van kwijting door de verkopers bij de leveringsakte geen wijziging ondergaan. Ook maakt de inspecteur volgens de rechtbank niet aannemelijk dat er sprake is van een onzakelijke lening. Het gelijk is aan X bv.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.25
Wet op de vennootschapsbelasting 1969 8
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Vennootschapsbelasting
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 3 augustus