Hof 's-Hertogenbosch oordeelt in hoger beroep dat de teruggaaf niet afhankelijk is van het gebruik van de auto tussen het moment van registratie en het moment van export.. De teruggaaf wordt in principe namelijk tijdsevenredig berekend.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de emissiekosten aan de vi moeten worden toegerekend. X SA heeft dan ook recht op aftrek van de emissiekosten ten laste van haar in Nederland belastbare winst.

Hof Amsterdam oordeelt in hoger beroep dat de BPM-heffing niet willekeurig is ondanks dat een afzetbare vrachtcontainer zodanig kan worden vormgegeven dat er na plaatsing visueel niet of nauwelijks verschil is met een auto waarvan de laadruimte van een overkapping is voorzien.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de houder van het spel op het eiland Man is gevestigd, als degene namelijk die de aanspraak op de prijs laat ontstaan, de toevalsgenerator organiseert en daar zeggenschap over heeft, zorgt voor de voortgang van het spel en verantwoordelijk is voor de spelregels.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat de overgangsregeling sportvrijstelling van toepassing is bij de herziening wegens ingebruikneming van het stadskantoor.

Na het hof vindt ook de Advocaat-Generaal van de Hoge Raad dat een projectontwikkelaar, die 77 verhuurde appartementen verkocht aan een belegger, over de verkoopprijs geen btw is verschuldigd. Dat maakt advieskantoor DirkZwager bekend. Dit kantoor voert de procedure namens de projectontwikkelaar en laat weten dat het voor de vastgoedpraktijk een zeer belangrijke, positieve uitkomst is.

Minister Van Weyenberg van Financiën heeft de Tweede Kamer geïnformeerd over de stand van zaken van enkele toezeggingen rondom de aanpak van witwassen. De brief is het vervolg op een brief van 22 september 2022 met de beleidsagenda voor de aanpak van witwassen.

Hof Amsterdam oordeelt dat X BTW is verschuldigd over de volledige ontvangen betalingen en niet slechts over de betalingen die kunnen worden teruggevoerd op de werkelijk verbruikte eenheden. Er is ook geen sprake van een dienst met een multipurpose karakter.

In een speciaal Becon-overleg over de opgaaf UBD in btw-verlegd situaties heeft de Belastingdienst vorige maand aangegeven dat voor btw-verlegd situaties ook nog een opgaaf UBD 2022 gedaan moet worden. Er zijn destijds aanvullende vragen gesteld door de Becon-organisaties die nu zijn beantwoord door de Belastingdienst, zo meldt het Register Belastingadviseurs (RB).

Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat, nu vaststaat dat X de facturen niet zou betalen, X de afgetrokken BTW is verschuldigd. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

Het Europees Parlement heeft een Europese richtlijn goedgekeurd die tot doel heeft om platformwerkers de juiste arbeidsstatus te geven en om schijnzelfstandigheid te corrigeren. Het zijn ook de eerste Europese regels ooit die het gebruik van 'algoritmen' op de werkplek reguleren. De richtlijn introduceert namelijk een verbod op het ontslag van een platformwerker op basis van een besluit van een algoritme of een geautomatiseerd besluitvormingsproces.

Een toelichting in de voorjaarsnota 2022 zorgde in de onderwijssector voor onduidelijkheid over btw-compensatie voor samenwerkingsverbanden bij de detachering van personeel. De Belastingdienst heeft een brief gestuurd naar de sector die deze onduidelijkheid moet wegnemen.

Docenten die via een extern bureau worden ingehuurd, kosten middelbare scholen per uur bijna twee keer zoveel als docenten in loondienst. Een belangrijke extra kostenpost is 21 procent btw die externe bureaus in rekening brengen, terwijl scholen dat niet kunnen verrekenen omdat het onderwijs is vrijgesteld van btw. De Algemene Rekenkamer becijfert het verschil in een onderzoek. Waar een leraar in vaste dienst in een veelvoorkomende loonschaal 58 euro per uur kost, moeten scholen voor een gedetacheerde docent op hetzelfde niveau 113 euro per uur afrekenen.

Een oversteektocht over het Wad, die is gericht op de sportieve prestatie, is aan te merken als beoefening van sport in de zin van art. 11 lid 1 onderdeel e Wet OB 1968. Dat staat in een standpunt van de Kennisgroep omzetbelasting Overheid, Vrijstellingen, Internationaal (OB OVI).