Hof Amsterdam oordeelt in hoger beroep dat de BPM-heffing niet willekeurig is ondanks dat een afzetbare vrachtcontainer zodanig kan worden vormgegeven dat er na plaatsing visueel niet of nauwelijks verschil is met een auto waarvan de laadruimte van een overkapping is voorzien.
De heer X is houder van een BPM-bestelauto, die is voorzien van een dubbele cabine en open laadruimte. In mei 2014 wordt bij een controle geconstateerd dat de auto niet voldoet aan de inrichtingseisen. De geblindeerde overkapping van de laadruimte is namelijk slechts 110 cm hoog in plaats van 130 cm. In geschil is of terecht een naheffingsaanslag is opgelegd van € 65.850. Rechtbank Noord-Holland verlaagt de aanslag tot € 51.605. X stelt vergeefs dat in andere gevallen geen naheffing is gevolgd. Deze overtredingen zijn namelijk geconstateerd vóór 1 juli 2012. Toen gold nog een soepel herstelbeleid. Daarna is het herstelbeleid (zie Besluit 27 juni 2012, nr. BLKB2012/1106M, V-N 2012/37.28) voor de laadruimte stringenter geworden. X stelt in hoger beroep dat de overkapping later is omgebouwd tot een losse - wel kwalificerende - vrachtcontainer met voldoende hoogte. Er is volgens X sprake van willekeur.
Hof Amsterdam oordeelt dat de BPM-heffing niet willekeurig is ondanks dat een vrachtcontainer zodanig kan worden vormgegeven dat er na plaatsing visueel niet of nauwelijks verschil is met een auto waarvan de laadruimte van een overkapping is voorzien. Voor afzetbare (vracht)containers golden ten tijde van de controle namelijk andere eisen (zie Kaderbesluit 15 maart 2014, nr. BLKB 2014/127M, V-N 2014/14.16). Voor eventuele afwijkingen hieraan wordt wel een herstelmogelijkheid geboden (zie laatstelijk V-N 2015/65.22), maar dat is bij een overkapping dus niet aan de orde. Ambtshalve wordt X gewezen op de mogelijkheid om een verzoek om toepassing van de hardheidsclausule (art. 63 AWR) in te dienen en dat bij export (art. 14a Wet BPM 1992) een teruggaaf kan volgen. Het door X bereikte compromis ten aanzien van de motorrijtuigenbelasting staat voorts los van de BPM. Het beroep van X is alleen gegrond, omdat de rechtbank heeft verzuimd hem een bezwaarkostenvergoeding te geven.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 63a
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 14a
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 3
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Belastingheffing van motorrijtuigen
Instantie: Hof Amsterdam
Editie: 31 oktober