In juni 2013 verricht het OM, in het kader van een strafrechtelijk onderzoek, doorzoekingen in de woning van B. Hierbij worden documenten in beslag genomen die betrekking hebben op X Ltd., dat is opgericht naar het recht van de Britse Maagdeneilanden. De inspecteur stelt vervolgens een onderzoek in naar de belastingplicht van X Ltd. voor de Nederlandse VPB, en legt VPB-(navorderings)aanslagen 2009-2012 op aan X Ltd. Zij is het hier echter niet mee eens, omdat zij niet belastingplichtig is in Nederland. De inspecteur verzoek X Ltd. vervolgens om gegevens en inlichtingen te verstrekken opdat onderzocht kan worden of de naar voren gebrachte stellingen correct zijn. Op 15 maart 2016 geeft de inspecteur een informatiebeschikking af. In geschil is of de informatiebeschikking terecht is genomen.
Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de inspecteur terecht een informatiebeschikking heeft afgegeven. Volgens de rechtbank beschikt de inspecteur namelijk over voldoende aanwijzingen voor de mogelijkheid dat X Ltd. belastingplichtig is in Nederland. De rechtbank wijst daarbij op de feiten en omstandigheden die de inspecteur in zijn conceptrapport heeft genoemd, en met stukken heeft onderbouwd. Verder acht de rechtbank van belang dat de inspecteur heeft vastgesteld dat sprake is van een aanzienlijk aantal aan B te relateren limiteds waarover grote geldstromen lopen, en waarvan de meerderheid staat geregistreerd op een adres op de Britse Maagdeneilanden. Uit de aanwezigheid van deze documenten zou volgens de rechtbank kunnen worden afgeleid dat B de feitelijk leidinggevende is van X Ltd. De rechtbank stelt X Ltd. vervolgens in de gelegenheid om binnen vier weken na het onherroepelijk worden van deze uitspraak te voldoen aan de in de beschikking van 15 maart 2016 opgenomen verplichtingen.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 52a
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Rechtbank Noord-Holland
Editie: 31 oktober