Belanghebbende (X bv) drijft een transportonderneming. Van de voor belanghebbende werkzame chauffeurs wonen er meerdere in Duitsland. Belanghebbende houdt LB in op het salaris van de Duitse chauffeurs. Deze ingehouden LB wordt echter niet afgedragen. De inspecteur legt ter zake van deze ingehouden LB naheffingsaanslagen op. In geschil is of Nederland heffingsbevoegd is ten aanzien van de Duitse chauffeurs en of de inspecteur de ingehouden maar niet afgedragen LB kan naheffen alleen al omdat de LB is ingehouden maar niet afgedragen.
Hof Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur de ingehouden maar niet afgedragen LB kan naheffen op grond van art. 27 lid 5 Wet LB juncto art. 20 lid 1 AWR. Het hof overweegt hierbij dat de Duitse chauffeurs geen bezwaarschrift tegen de inhouding hebben ingediend. Verder wijst het hof er op dat belanghebbende – als zij van mening is dat voor haar geen inhoudingsplicht bestaat voor het aan de Duitse chauffeurs betaalde loon – na afdracht van een bedrag aan loonheffing, daartegen bezwaar had kunnen maken, maar dat belanghebbende dat niet heeft gedaan. De naheffingsaanslagen blijven in stand.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Loonbelasting
Instantie: Hof Leeuwarden
Editie: 13 april