X maakt bezwaar tegen de naheffingsaanslagen fosfaat- en stikstofheffing met boete van 30 november 2001. Het bezwaar is gedagtekend 8 januari 2002 en komt op 20 februari 2002 binnen bij de inspecteur. De inspecteur verklaart het bezwaarschrift niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding. Rechtbank Breda verklaart het beroep van X ongegrond. Hof 's-Hertogenbosch bevestigt de uitspraak van de rechtbank. Volgens het hof is X er niet in geslaagd te bewijzen dat hij de bezwaarschriften op 8 januari 2002 aangetekend heeft verzonden. Uit de uitspraak van het hof blijkt dat op 4 februari 2010 een onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden en uit het daarvan opgemaakte proces-verbaal blijkt dat het hof het onderzoek ter zitting heeft geschorst. Vervolgens heeft het hof op 16 september 2011 uitspraak gedaan. X stelt in cassatie dat het hof ten onrechte een nadere zitting achterwege heeft gelaten. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie gegrond. Volgt verwijzing. Verwijzingshof Arnhem-Leeuwarden beslist zoals partijen op de zitting van het hof van 17 december 2013 bij wijze van compromis zijn overeengekomen. De naheffingsaanslag stikstofheffing en de daarbij genomen boetebeschikking worden vernietigd. De naheffingsaanslag fosfaatheffing wordt verminderd tot € 8000 en de daarbij genomen boetebeschikking wordt vernietigd.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:64
Algemene wet bestuursrecht 6:11
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27j
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 21 januari