De overeenkomst tussen Nederland en België met betrekking tot de situatie van de grensarbeiders in de context van de Covid-19-gezondheidscrisis van 30 april 2020 is voor de zevende keer verlengd, nu tot en met 31 december 2021.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt in hoger beroep dat de handgeschreven 'pen-aanslag' zonder adres van X rechtsgeldig is. Van hem was namelijk geen woonadres bekend, zodat dit de inspecteur niet kan worden verweten. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat het duidelijk niet kan slagen (art. 80a lid 1 Wet RO).

Hof Den Haag oordeelt dat een nieuw feit voor de jaren 2008 - 2011 ontbreekt. De inspecteur heeft namelijk al voor het opleggen van de aanslagen informatie ontvangen waaruit twijfels ontstonden over de juistheid van de aangiften. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt na verwijzing dat de bewijslast moet worden omgekeerd en dat X niet aannemelijk maakt dat de aanslag onjuist is. Het hof stelt daarbij vast dat X in ieder geval in de periode 30 januari - 30 april 2012 een hennepkwekerij heeft gedreven. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

Duitsland en Nederland hebben de afspraken over de toepassing van het belastingverdrag voor grensarbeiders in verband met Covid-19 verlengd tot en met 31 december 2021. De verlenging geldt ook voor de tijdelijke vrijstelling van enkele Duitse socialezekerheidsuitkeringen.

Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat de erfgename als rechtsopvolgster van haar moeder gerechtigd is de bezwaar- en beroepsprocedure voort te zetten.

Hof ’s-Hertogenbosch onderschrijft het oordeel van Rechtbank Zeeland-West-Brabant dat de beroepen van X niet-ontvankelijk zijn. X valt onder de massaalbezwaarprocedure inzake box 3 en heeft niet om een individuele uitspraak op bezwaar gevraagd.

Hof Amsterdam oordeelt dat het door X cv ingediende ingebrekestellingsformulier niet voldoende duidelijk een ingebrekestelling betreft wegens het niet-tijdig doen van een uitspraak op bezwaar over de kostenbeschikking. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

Op korte termijn neemt het kabinet maatregelen om hoge terugvorderingen van toeslagen te voorkomen. Dit staat in een brief van staatssecretaris Van Oostenbruggen van Financiën aan de Tweede Kamer waarin vier maatregelen worden gemeld, waarvan er drie lopen.