Hof 's-Hertogenbosch oordeelt in hoger beroep dat de handgeschreven 'pen-aanslag' zonder adres van X rechtsgeldig is. Van hem was namelijk geen woonadres bekend, zodat dit de inspecteur niet kan worden verweten. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat het duidelijk niet kan slagen (art. 80a lid 1 Wet RO).

X is vanaf 2001 houder van een personenauto, waarvoor vanaf maart 2014 geen motorrijtuigenbelasting meer wordt voldaan. De auto wordt op 21 mei 2016 in beslag genomen door de ontvanger. In geschil is de naheffingsaanslag over 22 maart 2014 tot en met 2 juni 2016 van € 2665. X was in die periode dakloos. Volgens Rechtbank Zeeland-West-Brabant is de naheffing terecht, ook al had X vanaf 21 mei 2016 niet meer feitelijk de beschikking over de auto. De belastingplicht is namelijk gekoppeld aan het houderschap van het kenteken zonder de mogelijkheid van tegenbewijs. In hoger beroep stelt X dat hij de auto alleen als woning gebruikte, zodat hij het kenteken had kunnen schorsen.

Hof 's-Hertogenbosch (V-N 2021/18.1.5) oordeelt dat de handgeschreven 'pen-aanslag' zonder adres rechtsgeldig is. Van hem was namelijk geen woonadres bekend, zodat dit de inspecteur niet kan worden verweten. Het aanslagbiljet is aan X uitgereikt, zodat hij wist dat deze voor hem was bestemd. Gelet op zijn houderschap van het kenteken is de naheffing terecht. Ook voor het overige is zijn beroep ongegrond.

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat het duidelijk niet kan slagen (art. 80a lid 1 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 7

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hoge Raad

Editie: 29 september

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen