Rechtbank Den Haag oordeelt dat de auto van X langer heeft stilgestaan dan strikt noodzakelijk was voor het in- en uitstappen van personen.

Aan X zijn op 3 april 2020 twee naheffingsaanslagen parkeerbelasting opgelegd voor het parkeren op twee verschillende plaatsen op twee verschillende tijdstippen zonder de verschuldigde parkeerbelasting te voldoen. X stelt dat er sprake was van in- en uitstappen van een passagier en dus niet van parkeren. X bepleit vernietiging van de naheffingsaanslagen parkeerbelasting.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat de auto van X langer heeft stilgestaan dan strikt noodzakelijk was voor het in- en uitstappen van personen. De auto stond ook stil gedurende de enkele minuten die de passagier van X nodig had om de auto te bereiken respectievelijk de tijd die nodig was om een gesprek af te ronden. Op grond van de jurisprudentie is dan sprake van parkeren en heeft de heffingsambtenaar dus terecht naheffingsaanslagen parkeerbelasting aan X opgelegd.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 29 september

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen