De wrakingskamer van Rechtbank 's-Gravenhage oordeelt dat het niet verlenen van aanhouding van de zitting geen reden kan zijn om een rechter te wraken.

Verzoeker, X, stelt beroep in bij de belastingkamer van Rechtbank 's-Gravenhage. Tijdens de mondelinge behandeling van de zaak op 13 mei 2011 verzoekt de gemachtigde van X om aanhouding van de zaak. De belastingdienst geeft aan hiertegen geen bezwaar te hebben. De rechter besluit desondanks geen aanhouding te verlenen. De gemachtigde dient daarop een verzoek tot wraking in van de behandelend rechter. De gemachtigde stelt dat hij de uitnodiging voor de zitting van 13 mei 2011 pas een dag voordien heeft ontvangen. De eerder verstuurde uitnodiging per aangetekende post heeft de gemachtigde niet opgehaald omdat de TNT deze niet op het voor hem dichtstbijzijnde postkantoor heeft afgeleverd maar op een postkantoor 3 kilometer verderop.

De wrakingskamer van Rechtbank 's-Gravenhage oordeelt dat het niet verlenen van aanhouding van de zitting geen reden kan zijn om een rechter te wraken. Het gaat hier namelijk om een procedurele beslissing die in het algemeen geen grond voor wraking oplevert. Dit is alleen anders als zich een uitzonderlijke omstandigheid voordoet die een zwaarwegende aanwijzing oplevert voor het oordeel dat een rechter jegens een rechtzoekende een vooringenomenheid koestert, althans dat de bij een rechtzoekende dienaangaande bestaande vrees gerechtvaardigd is. De wrakingskamer is van oordeel dat zich dergelijke omstandigheden niet hebben voorgedaan. Bij het versturen van de uitnodigingen zijn de wettelijke termijnen en formaliteiten in acht genomen. De enkele omstandigheid dat de rechter in de omstandigheid dat de gemachtigde de uitnodiging pas zeer laat heeft ontvangen geen aanleiding ziet om de zaak aan te houden, geeft geen blijk van vooringenomenheid.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Rechtbank 's-Gravenhage

Editie: 13 februari

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen