Hof Den Haag beslist dat de aan X opgelegde aanslag wegenheffing rechtsgeldig is. Niet van belang is dat X geen gebruik kan maken van de wegen in het beheergebied van het Waterschap.

X staat samen met zijn vrouw in de BRP ingeschreven op het adres van een woning gelegen in het gebied van het waterschap Hollandse Delta. Hij krijgt voor het jaar 2019 een aanslag in de wegenheffing van het waterschap opgelegd van € 13,79. X stelt dat de aanslag ten onrechte is opgelegd omdat hij weliswaar in het gebied van het waterschap woont, maar hij en zijn vrouw vanwege hun handicap geen gebruik kunnen maken van de wegen waarvoor de heffing geldt.

Hof Den Haag beslist dat voor de heffing van de wegenheffing niet van belang is in hoeverre X gebruik maakt van de wegen van het Waterschap. Volgens het hof staat vast dat X volgens de BRP bij het begin van het kalenderjaar 2019 woonplaats heeft in het gebied van het Waterschap en daar gebruik heeft van woonruimte. Hierdoor is hij ingezetene als bedoeld in artikel 1, aanhef en letter a, van de Verordening wegenheffing waterschap Hollandse Delta 2019. X is daarom belastingplichtig voor de wegenheffing. Het is volgens het hof niet aan de rechter om een oordeel te geven over de innerlijke waarde of de billijkheid van de wet. Het hoger beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Waterschapswet 122a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hof Den Haag

Editie: 11 oktober

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen