Belanghebbende (X) participeert in een film-cv en maakt aanspraak op toepassing van de bijbehorende faciliteiten. Zij claimt over het jaar 2000 een verlies uit de film-cv. Nadat de primitieve aanslag is opgelegd worden licence agreements ontdekt op basis waarvan de fiscus vermoedt dat de films niet voor rekening van de cv's zijn geëxploiteerd. Er zouden slechts kasrondjes zijn uitgevoerd. De inspecteur legt een IB-navorderingsaanslag over het jaar 2000 aan belanghebbende op. Volgens de inspecteur hebben de cv's geen films in eigen onderneming voortgebracht. Belanghebbende kan niet worden aangemerkt als ondernemer en heeft geen recht op de fiscale faciliteiten die toekomen aan ondernemers die in eigen onderneming een film voortbrengen. Rechtbank Haarlem oordeelt dat er geen sprake is van een navordering rechtvaardigend nieuw feit.
Hof Amsterdam oordeelt dat de ontdekking van de license agreeements een navordering rechtvaardigend nieuw feit oplevert. Volgens het hof vormt de ontdekking van de license agreeements namelijk een feit dat losstaat van de feiten waarvan de (contact)inspecteur ten tijde van de (primitieve) aanslagregeling op de hoogte was, of op de hoogte had kunnen zijn. Volgens het hof is de ontdekking van de license agreements ook geen feit dat in het verlengde ligt van feiten die reeds ten tijde van primitieve aanslag tot nader onderzoek noopten, maar een "tweede" nieuw feit, dat navordering rechtvaardigt. Het gelijk is aan de inspecteur.