De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie heeft geantwoord op vragen van het Tweede Kamerlid Recourt over het verschoningsrecht van advocaten en notarissen. Over dat onderwerp vindt momenteel overleg plaats met de beroepsorganisaties.

Brief Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, 30 juli 2015, nr. 664297  

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie heeft geantwoord op vragen van het Tweede Kamerlid Recourt (PvdA) over het verschoningsrecht van advocaten en notarissen. Hij deelt mee dat de Minister van Veiligheid en Justitie van mening is dat onze rechtsstaat groot belang heeft bij het verschoningsrecht van bijvoorbeeld advocaten en notarissen maar dat de geheimhouding en het daarop gebaseerde verschoningsrecht niet misbruikt mogen worden om de opsporing van fraude te bemoeilijken. Momenteel zijn er onder meer over deze materie gesprekken gaande tussen het Ministerie van Veiligheid en Justitie en het OM met de Nederlandse Orde van Advocaten en de Koninklijke Nederlandse Notariële Beroepsorganisatie. Na de zomer zal de minister de Kamer informeren over de uitkomsten van dit overleg. Verder vestigt de staatssecretaris er de aandacht op dat met ingang van 1 maart 2015 in artikel 98 van het Wetboek van Strafvordering de procedure waarin een rechterlijke beoordeling van een beroep op het professionele verschoningsrecht plaatsvindt, nader is geregeld.

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Regelgevende instantie: Ministerie van Veiligheid en Justitie

Editie: 21 augustus

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen