X is dga van A bv en geniet een salaris van € 60.000. In 2011 bereikt X de 65-jarige leeftijd. In verband hiermee wordt zijn beloning verlaagd naar € 30.000. Vanaf april 2011 ontvangt X een pensioenuitkering van A bv. Naar aanleiding van een boekenonderzoek legt de inspecteur IB-navorderingsaanslagen op aan X. Volgens de inspecteur bedraagt het gebruikelijk loon van X namelijk € 60.000. Na het bezwaar van X vermindert de inspecteur het loon naar € 42.000 (70%). X stelt dat bij het vaststellen van het gebruikelijk loon rekening moet worden gehouden met het pensioen dat hij van A bv ontvangt.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat bij het bepalen van het gebruikelijke loon terecht geen rekening is gehouden met het van A bv ontvangen pensioen. Volgens de rechtbank moet het namelijk gaan om een reële vergoeding voor verrichte werkzaamheden. De rechtbank wijst hierbij op de jurisprudentie van de Hoge Raad en de wetsgeschiedenis. Verder merkt de rechtbank op dat er sprake moet zijn van een relatie tussen de verrichte werkzaamheden en het zakelijk te achten salaris uit de bv. Aangezien een pensioenuitkering geen rechtstreekse vergoeding is voor de verrichte werkzaamheden, behoort deze uitkering niet tot het gebruikelijk loon van artikel 12a van de Wet LB. Vervolgens stelt de rechtbank nog vast dat het door de inspecteur in aanmerking genomen gebruikelijke loon ook niet te hoog is. Het gelijk is aan de inspecteur.
Lees ook het thema over Gebruikelijk loon en verzekeringsplicht DGA.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.80
Wet op de loonbelasting 1964 10
Wet op de loonbelasting 1964 12a
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Loonbelasting
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 29 december