Belanghebbende, X, laat een gemachtigde bezwaar maken tegen een naheffingsaanslag parkeerbelasting. Om het bezwaar te kunnen onderbouwen, vraagt de gemachtigde met een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur informatie op bij de gemeente Wageningen.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State oordeelt dat X door stukken ter onderbouwing van een bezwaar tegen een naheffingsaanslag op te vragen met een beroep op de Wob van deze wet misbruik heeft gemaakt. Gelet op de ruime kennis en ervaring van de gemachtigde gaat de afdeling er vanuit dat deze gemachtigde ermee bekend was dat voor het opvragen van stukken om de gronden van het bezwaar te formuleren, de Wob niet de geëigende grondslag is. De stukken kunnen in het bezwaar tegen de naheffingsaanslag zelf worden opgevraagd via art. 7:4 Awb. Verschil is dat bij niet tijdige beslissing op een Wob-verzoek er de mogelijkheid bestaat van een dwangsom of proceskostenvergoeding. Dit wijst erop dat het een bewuste keuze van X is geweest om het informatieverzoek te baseren op de Wob. Dat er sprake is van misbruik van de Wob blijkt ook uit het feit dat X door de wijze waarop haar gemachtigde het Wob-verzoek heeft geformuleerd, heeft geprobeerd tijdige besluitvorming te bemoeilijken. Het hoger beroep van X is niet-ontvankelijk.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 7:4
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Editie: 29 december