X is eigenaar van een woning in de gemeente Lelystad die hij op 2 september 2013 voor een bedrag van € 450.000 heeft gekocht. In geschil is de WOZ-waarde 2015 met peildatum 1 januari 2014. De gemeente verdedigt een waarde van € 429.000. X heeft bij de civiele kamer van de rechtbank met succes een verzoek ingediend tot ontbinding van de koopovereenkomst in verband met verzwegen gebreken. De rechtbank schat de kosten van herstel van de tekortkomingen op ten minste € 27.822,37.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de tekortkomingen die na aankoop van de woning aan het licht zijn gekomen onvoldoende tot uitdrukking zijn gekomen in de vastgestelde WOZ-waarde. Tussen de aankoop en de waardepeildatum is de prijs van de woning met ongeveer € 9000 gedaald. Gelet op de geschatte herstelkosten van de tekortkomingen acht het hof het aannemelijk dat de WOZ-waarde op een te hoog bedrag is vastgesteld. De door X bepleite waarde van € 370.000 acht het hof echter te laag. Het hof stelt de WOZ-waarde vast op € 420.000. Het beroep van X op de meerderheidsregel faalt omdat de door X aangedragen gevallen niet identiek zijn aan zijn woning.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17