De Hoge Raad oordeelt dat het hof de perpetual securities terecht als een geldlening heeft aangemerkt. Daarbij is van belang dat met de uitgifte van de perpetual securities voor X nv een terugbetalingsverplichting is ontstaan.
Belanghebbende, X nv, richt zich op het beheren van elektriciteit- en gasdistributienetwerken. X nv besluit in 2010 om G bv over te nemen voor € 712 mln. Ter financiering van deze overname geeft X nv voor een totaalbedrag van € 500 mln Fixed-to-Floating Rate Perpetual Capital Securities uit. Deze perpetual securities staan genoteerd aan Euronext Amsterdam. In haar VPB-aangifte brengt X nv onder andere ruim € 3,3 mln aan rentekosten in verband met de perpetual securities in aftrek. De inspecteur is echter van mening dat de perpetual securities als kapitaalstorting moeten worden aangemerkt. Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de perpetual securities zijn aan te merken als een overeenkomst van altijddurende rente. Zij moeten dan civielrechtelijk worden aangemerkt als een geldlening. De in verband met de perpetual securities verschuldigde rente is dan ook aftrekbaar. De stelling van de inspecteur dat er sprake is van een deelnemerschapslening wordt ook door het hof verworpen. De staatssecretaris gaat in cassatie.
De Hoge Raad oordeelt dat het hof de perpetual securities terecht als een geldlening heeft aangemerkt. Daarbij is van belang dat met de uitgifte van de perpetual securities voor X nv een terugbetalingsverplichting is ontstaan. Ook is het oordeel van het hof dat geen sprake is van een deelnemerschapslening correct. Het hof heeft namelijk terecht vastgesteld dat het beloop van de vergoeding op de perpetual securities niet afhankelijk is van de winst van X nv. De Hoge Raad verklaart het cassatieberoep van de staatssecretaris ongegrond.
Wetsartikelen:
Burgerlijk Wetboek Boek 7A 1807
Wet inkomstenbelasting 2001 3.25
Wet op de vennootschapsbelasting 1969 8
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Vennootschapsbelasting
Instantie: Hoge Raad
Editie: 18 mei
Carrousel: Carrousel