Hof Amsterdam oordeelt dat het opleggen van een verzuimboete alleen achterwege kan blijven bij afwezigheid van alle schuld. Nu X erkend heeft dat sprake was van ‘lichte verwijtbaarheid’ voor het niet doen van aangifte, is geen sprake van afwezigheid van alle schuld.

X is het niet eens met een verzuimboete van € 369 die hem is opgelegd vanwege het te laat indienen van de aangifte IB/PVV. X stelt dat in zijn geval slechts sprake is van ‘lichte verwijtbaarheid’ met betrekking tot de te late aangifte.

Hof Amsterdam oordeelt dat het opleggen van een verzuimboete alleen achterwege kan blijven bij afwezigheid van alle schuld. Nu X erkend heeft dat sprake was van ‘lichte verwijtbaarheid’ voor het niet doen van aangifte, kan van afwezigheid van alle schuld niet worden gesproken. Voor zover X met de term ‘lichte verwijtbaarheid’ heeft bedoeld dat hij helemaal geen verwijt kan worden gemaakt, verwerpt het hof deze stelling met een verwijzing naar de overwegingen van de rechtbank. Wat betreft de hoogte van de boete, wijst het hof erop dat de wetgever per 1 januari 2010 bewust heeft gekozen voor een verhoging van het boetebedrag vanwege de cruciale functie die aangiften vervullen in het proces van de Belastingdienst (Kamerstukken II 2008/09, 32 128, nr. 3, p. 34-35). Het hof ziet geen reden om de boete voor X – die een bijstandsuitkering geniet – te matigen.

Lees ook het thema Verzuim- en vergrijpboetes: Een kwestie van verschil

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 18 mei

9

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen