Rechtbank Zeeland-West-Brabant stelt vast dat de definitieve aanslag IB/PVV geautomatiseerd is opgelegd zonder de reactie van X op het informatieverzoek af te wachten. Dit is volgens de rechtbank een kenbare fout die hersteld kan worden met een navordering als daardoor te weinig belasting is geheven.
X, woonachtig in Duitsland, doet aangifte IB/PVV 2019 en doet daarbij beroep op een overgangsregeling in het belastingverdrag tussen Nederland en Duitsland. Op basis daarvan zou het nabestaandenpensioen dat X ontvangt belast zijn tegen 20%. De inspecteur stelt vragen aan X over de toepassing van die overgangsregeling. Voordat X antwoordt wordt de definitieve aanslag IB/PVV geautomatiseerd conform aangifte vastgesteld. Daardoor is volgens de inspecteur te weinig belasting geheven die hij navordert. Na tevergeefs bezwaar komt X in beroep.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant stelt vast dat de definitieve aanslag IB/PVV geautomatiseerd is opgelegd zonder de reactie van X op het informatieverzoek af te wachten. Dit is volgens de rechtbank een kenbare fout die hersteld kan worden met een navordering als daardoor te weinig belasting is geheven. Ook aan de overige vereisten voor een navordering zonder nieuw feit is voldaan. De rechtbank oordeelt vervolgens dat de te weinig geheven en nagevorderde belasting juist is vastgesteld. Het beroep is ongegrond.
Lees ook het thema Navordering.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 16
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Editie: 29 april
Informatiesoort: VN Vandaag