Hof ’s-Hertogenbosch verwerpt het beroep van X op het gezag van gewijsde, omdat elke belastingaanslag op zichzelf moet worden beschouwd.
X is een regionale netbeheerder voor elektriciteit en gas met als verzorgingsgebied de Provincie Zeeland en eigenaar van het elektriciteitsnetwerk van de gemeente Hulst. De heffingsambtenaar legt X voor het jaar 2016 een aanslag precariobelasting op. X verwijst bij de rechtbank naar het onherroepelijk geworden oordeel van Hof Den Haag over de gelijksoortige aanslag precariobelasting 2015 en beroept zich voor de onderhavige aanslag op het gezag van gewijsde. In hoger beroep is in geschil of de aanslag terecht is opgelegd.
Hof ’s-Hertogenbosch verwerpt het beroep van X op het gezag van gewijsde, omdat elke belastingaanslag op zichzelf moet worden beschouwd (HR 22 maart 1972, 16747, BNB 1972/95). Voor de beoordeling of een aanslag ‘rechtens’ juist is, is dan ook niet van belang of deze in overeenstemming is met andere onaantastbaar geworden beslissingen van de belastingrechter. In zoverre bestaat het civielrechtelijke leerstuk van het gezag van gewijsde niet in het belastingrecht. Dat leerstuk maakt dan ook niet dat de heffingsambtenaar de onderhavige aanslag niet heeft mogen opleggen. X kan zich niet beroepen op het bestaan van een gedoogplicht die een vrijstelling van precariobelasting met zich meebrengt die verder gaat dan de aansluitingen voor het gemeentehuis en de openbare verlichting. De aanslag precariobelasting 2016 is daarom terecht opgelegd.
Wetsartikelen:
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Rubriek: Belastingen van lagere overheden, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Editie: 29 april
Informatiesoort: VN Vandaag