Aan X is een groot aantal navorderingsaanslagen met verhogingen en boetes opgelegd wegens vermeend zwart spaargeld bij de KB lux. Voor de geheimhoudingskamer is in geschil of de inspecteur met betrekking tot de volgende stukken zich terecht beroept op geheimhouding of beperking van de kennisneming. Het gaat om het draaiboek, de nieuwsbrieven, de interne memo's, de door België verstrekte prints van de microfiches en het informatiesetje van zes pagina's dat is gebruikt bij de identificatie van X. Per abuis heeft de inspecteur ongeschoonde kopieën van zes pagina's van de microfiche prints overgelegd, die door het hof vervolgens aan X zijn toegezonden.
De geheimhoudingskamer van Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat op X de verplichting tot geheimhouding rust, zodat verdere openbaarmaking door X van de hem per abuis toegezonden stukken niet is toegestaan. Het behoort voorts niet tot de taak van de geheimhoudingskamer om de vraag te bantwoorden of het juist is dat de inspecteur beschikt over meer op de zaak betrekking hebbende (beleids)stukken die niet door hem zijn overgelegd. Deze kwestie moet namelijk worden beoordeeld door de kamer die de hoofdzaak behandelt. De door de inspecteur aangevoerde gewichtige redenen tot geheimhouding zijn gerechtvaardigd, zodat terecht door hem is volstaan met het overleggen van de geschoonde versies van het draaiboek en de nieuwsbrieven. Eén en ander is conform de eerdere uitspraken van andere rechters hierover. De zaak wordt verwezen naar de eerste meervoudige kamer en het procesdossier, doch uitsluitend voor zover op de daartoe behorende stukken geen geheimhouding gerechtvaardigd is, wordt ter beschikking gesteld van die kamer.