Belanghebbende, X, komt in bezwaar en beroep tegen een naheffingsaanslag parkeerbelasting. In geschil is onder meer of de heffingsambtenaar in bezwaar de hoorplicht heeft geschonden.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat X wel degelijk is benadeeld door de schending van de hoorplicht in de bezwaarfase. Uit de stukken volgt namelijk dat partijen nog van mening verschillen over de feiten en de waardering daarvan bij de vraag of de naheffingsaanslag terecht aan X is opgelegd. Anders dan de rechtbank heeft geoordeeld, kan de mogelijkheid om in beroep inhoudelijke gronden aan te voeren geen vervanging vormen voor de inhoudelijke heroverweging die in de bezwaarfase van het bestuursorgaan wordt verwacht. Het hof wijst de zaak terug naar de heffingsambtenaar met de opdracht X alsnog in de gelegenheid te stellen te worden gehoord. Het hof doet de suggestie aan de heffingsambtenaar om de uitnodiging voor de hoorzitting aangetekend te versturen, nu de gemachtigde volgens de heffingsambtenaar stelselmatig niet reageert op brieven en telefonisch contact. Het hof stelt X in het gelijk en kent een proceskostenvergoeding toe van in totaal € 375,75.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 7:2
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 11 december