Hof 's-Hertogenbosch oordeelt in hoger beroep dat de informatiebeschikkingen terecht zijn opgelegd in het licht van de feiten en omstandigheden op het moment dat deze zijn afgegeven. Omkering van de bewijslast kan slechts achterwege blijven als de ontbrekende informatie alsnog tijdig wordt verstrekt of als de rechter in een latere procedure over eventuele (navorderings)aanslagen dit beslist.

Belanghebbenden, A Limited en B Limited, zijn onderdeel van de C-Groep. Beide vennootschappen zijn opgericht naar het recht van Hong Kong. De aandelen in A en B worden (indirect) gehouden door twee in Nederland wonende dga's. Eind 2012 wordt voor hun directeursbeloningen een verzoek ingediend voor het toepassen van de IB-vrijstellingsmethode conform het Verdrag met Hongkong. In oktober 2013 kondigt de inspecteur een boekenonderzoek aan. In het kader hiervan is ten aanzien van A en B het vermoeden van Vpb-plicht in Nederland ontstaan. Aangezien niet is voldaan aan herhaalde informatieverzoeken, is in geschil of vervolgens terecht informatiebeschikkingen zijn genomen. Volgens Rechtbank Zeeland-West-Brabant blijven de informatiebeschikkingen in stand, ondanks dat partijen inmiddels zijn overeengekomen om een ‘frisse start’ te maken met het boekenonderzoek met de focus op 2014. A en B moeten dus nog steeds de volledige administratie, inclusief het e-mailverkeer, over 2011 tot en met 2013 overleggen. A en B gaan in hoger beroep.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de informatiebeschikkingen terecht zijn opgelegd in het licht van de feiten en omstandigheden op het moment dat deze zijn afgegeven (zie HR 10 februari 2017, 16/02729 V-N 2017/9.5). Het is aannemelijk dat er meer e-mails zijn dan die tot de directe financiële administratie behoren, zoals e-mails van de statutaire directie of andere personen die namens A en B optreden, die nog niet zijn overgelegd. Deze e-mails kunnen ook voor de belastingheffing van belang zijn, aangezien deze inzicht (kunnen) geven in het feitelijk handelen door of namens A en B. De vragen in de informatiebeschikkingen zijn voorts voldoende concreet en proportioneel. Omkering van de bewijslast kan slechts achterwege blijven als de ontbrekende informatie alsnog tijdig - binnen acht weken na de dag van verzending van deze uitspraak - wordt verstrekt of als de rechter in een latere procedure over eventuele (navorderings)aanslagen dit beslist. De beroepen van A en B zijn ongegrond.

Lees ook het thema Informatiebeschikking: stand van zaken

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 47

Algemene wet inzake rijksbelastingen 52a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Vennootschapsbelasting

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 18 februari

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen