Hof Arnhem-Leeuwarden beslist dat het nemen van de informatiebeschikking door de inspecteur niet in strijd is met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur.

In haar aangifte IB/PVV 2013 geeft belanghebbende, X, een pand aan in box 3. Volgens de inspecteur is dit mogelijk ten onrechte omdat het zou kunnen kwalificeren als resultaat uit overige werkzaamheden in box 1. De inspecteur stelt X in dit kader vragen die door de gemachtigde van X worden beantwoord. Volgens de gemachtigde van X is sprake van normaal vermogensbeheer. Vervolgens worden door de inspecteur aanvullende vragen gesteld die niet worden beantwoord. De gemachtigde verwijst naar de eerder verstrekte informatie en stelt nogmaals dat sprake is van een belegging. Nadat de inspecteur X tevergeefs heeft gesommeerd om aan haar informatieverplichting te voldoen, wordt de in geschil zijnde informatiebeschikking genomen. In geschil is of de inspecteur heeft gehandeld in strijd met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur.

Volgens Hof Arnhem-Leeuwarden heeft de inspecteur bij het nemen van de informatiebeschikking de algemene beginselen van behoorlijk bestuur niet geschonden. Zowel ten aanzien van het gestelde détournement de pouvoir, schending van het zorgvuldigheidsbeginsel en schending van het evenredigheidsbeginsel schiet X tekort in haar stelplicht. Het hoger beroep van X is ongegrond. De informatiebeschikking wordt gehandhaafd. X moet alsnog binnen vier weken aan het daarin opgenomen informatieverzoek voldoen.

Lees ook het thema Informatiebeschikking: stand van zaken

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 52a

Algemene wet inzake rijksbelastingen 47

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 18 februari

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen