In 2001 is X slachtoffer van een gasramp. In 2013 ontvangt zij in verband daarmee een schadevergoeding van € 320.000. X is van mening dat deze uitkering niet belast mag worden in box 3. Zij voert daarbij aan dat de uitkeringen aan de slachtoffers van de nieuwjaarsramp in Volendam en de vliegramp vlucht MH17 onbelast zijn gebleven en dat haar uitkering dezelfde fiscale behandeling moet krijgen. Verder wijst zij ook nog op de vuurwerkramp in Enschede en stelt zij dat de gasexplosie waarvan zij in 2001 slachtoffer is geworden dient te worden opgenomen in het ‘Besluit fiscale gevolgen van tegemoetkomingen bij bijzondere gebeurtenissen zoals oorlogen en rampen en fiscale gevolgen voor asbestslachtoffers’.
Hof Amsterdam oordeelt dat noch de inspecteur noch het hof het Besluit kan wijzigen, zodat het verzoek van X om de gasramp in het besluit op te nemen wordt afgewezen. Verder stelt het hof vast dat de aanspraak op de schadevergoeding bij X niet tot de box 3-grondslag is gerekend en de uitkering zelf pas in 2014 tot de box 3-grondslag is gerekend. Dit houdt in dat X dezelfde begunstiging ten deel is gevallen als andere slachtoffers van rampen. In het kader van het Besluit worden uitsluitend aanspraken op nog te ontvangen schadevergoedingen niet tot de grondslag van box 3 gerekend. Dit betreffen dan rechten op een toekomstige uitkering waarvan de omvang nog niet vaststaat. De begunstiging houdt niet in dat voor slachtoffers van rampen een beleid wordt gevoerd op grond waarvan ontvangen schadevergoedingen niet tot de grondslag van box 3 worden gerekend. Het gelijk is aan de inspecteur.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 5.2
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Hof Amsterdam
Editie: 18 februari