Minister Hoekstra van Financiën geeft de Eerste Kamer in de memorie van antwoord bij het implementatiewetsvoorstel UBO-register enkele situaties waarin al dan niet sprake is van een uiteindelijk belanghebbende (UBO).

Het gaat bijvoorbeeld om stichtingen die uitkeringen doen, cumulatief preferente aandelen, een stichting administratiekantoor, de pseudo-UBO en aandelen gehouden door een trust. Hoekstra gaat ook in op onduidelijkheden rondom de eerste inschrijving UBO en onduidelijkheden over buitenlandse entiteiten.

Het wetsvoorstel houdt onder meer in een algemene verplichting voor in Nederland opgerichte vennootschappen en andere juridische entiteiten om informatie te hebben en bij te houden over wie hun uiteindelijk belanghebbenden zijn. In de eerste 18 maanden na inwerkingtreding geldt een overgangsperiode. Alle reeds bestaande entiteiten dienen in die periode hun uiteindelijk belanghebbenden te registreren bij de Kamer van Koophandel. Voor Wwft-instellingen geldt in die periode al wel de terugmeldplicht.

[Nieuwsbron] [Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 18 februari

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen