Belanghebbende, X nv, beheert de onder, op of boven de gemeentegrond aanwezige netten (en is ook economisch eigenaar daarvan) die worden gebruikt voor het transport en de levering van elektriciteit binnen het grondgebied van de gemeente. In geschil is de aanslag precariobelasting. X nv stelt dat zij ten onrechte als belastingplichtige is aangemerkt, omdat zij niet “de door de minister aangewezen netbeheerder" als bedoeld in de verordening is. Aan belastingplicht op grond van de verordening kan volgens X nv ten aanzien van haar niet worden toegekomen, omdat zij op grond van art. 10 lid 9 Elektriciteitswet als netbeheerder is aangewezen en niet door de minister is aangewezen.
Hof Amsterdam oordeelt dat X nv een “door de minister aangewezen netbeheerder” is als bedoeld in de verordening precariobelasting. Hetgeen omtrent instemming door de minister is bepaald in de Elektriciteitswet 1998 vormt daartoe voldoende onderbouwing. Bovendien volgt ook uit de toelichting op het voorstel dat heeft geleid tot het vaststellen van de verordening dat met “de door de minister aangewezen netbeheerder” X nv is bedoeld. Overigens zou ook toepassing van het tweede lid van de belastingplichtbepaling in de verordening tot de conclusie leiden dat X nv terecht als belastingplichtige is aangemerkt. Volgens het hof heeft het tweede lid het karakter van een vangnetbepaling, welke erin voorziet dat X nv de belastingplichtige is als degene die de kabels en/of leidingen onder, op of boven de voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond heeft, ook in het geval er – strikt genomen – geen aanwijzing als netbeheerder door de minister zou zijn. Het gelijk is aan de gemeente.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Hof Amsterdam
Editie: 3 juli