Belanghebbende, X, laat zijn (lijfrente)verzekering afkopen. De afkoopsom bedraagt € 26.148. In geschil is of de inspecteur terecht een bedrag van € 5229 aan revisierente aan X in rekening heeft gebracht.
Hof Arnhem-Leeuwarden verwerpt het standpunt van X dat revisierente alleen moet worden berekend over de afgetrokken premies. X stelt dat door het berekenen van de revisierente over niet alleen de afgetrokken premies maar ook over het rendement daarop de Belastingdienst meer zou heffen dan wat hij in het verleden te kort is gekomen. Dit betoog faalt. Met het berekenen van revisierente over het rendement wordt voorkomen dat een belanghebbende die de premie waarvoor premie-aftrek is genoten in een later stadium afkoopt, per saldo beter af zou zijn dan een belanghebbende die van begin af aan zijn geld zou hebben belegd in een regulier spaarproduct. De stelling van X dat de inspecteur met de belastingheffing over de afkoopsom en de beschikking revisierente meer belasting heft, dan hij zou hebben geheven als X geen lijfrentepremies had afgetrokken, is dan ook in zijn algemeenheid onjuist. De regeling kent weliswaar enige grofheid, maar dit brengt nog niet mee dat de wettelijke regeling van de revisierente niet toepasbaar is. Het hof mag de innerlijke waarde of billijkheid van de wet niet beoordelen. Het hoger beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 30i