Rechtbank 's-Gravenhage kent X de door haar gevraagde vergoeding van immateriële schade van € 2000 toe wegens overschrijding van de redelijke termijn door de Belastingdienst.

Belanghebbnde, X, maakt op 5 december 2007 bezwaar tegen de definitieve vaststelling van de huurtoeslag over het jaar 2006. De Belastingdienst/Toeslagen verleent haar uitstel van betaling voor het betwiste bedrag. Per brief van 11 november 2011 heft de Belastingdienst dit uitstel op. Per brief van 21 november 2011 stelt X de Belastingdienst/Toeslagen in gebreke wegens het niet doen van uitspraak op bezwaar. Per brief van 11 december 2011 stelt X vervolgens beroep in bij Rechtbank 's-Gravenhage.

Rechtbank 's-Gravenhage kent X de door haar gevraagde vergoeding van immateriële schade van € 2000 toe wegens overschrijding van de redelijke termijn door de Belastingdienst. Ter zitting is vast te komen staan dat de overschrijding van de redelijke termijn van drie jaar met ruim twee jaar volledig toe te rekenen is aan de Belastingdienst in verband met het zoekraken van het bezwaarschrift eind 2007. De Belastingdienst heeft ten onrechte gesteld dat X geen spanning en frustratie heeft ervaren, nu zij niet eerder dan in november 2011 heeft gemeld dat zij nog geen beslissing op bezwaar had ontvangen. X verzoekt om een bedrag van € 2.000 aan schadevergoeding. De rechtbank wijst dit bedrag toe.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Belastingrecht algemeen

Instantie: Rechtbank 's-Gravenhage

2

Gerelateerde artikelen